Ooit op ’t durp kwam eens in de week een bibliobus, wat ‘k me herinner kwam die bus op de vrijdagochtend en mijn moeder moest wekelijks de boeken omruilen want er bestond ook toen al zoiets als een leerplicht.
De drie boeken die ze voor mij mee mocht nemen waren op z’n laatst zaterdagmiddag uitgelezen, dan las ‘k uit nood ook de boeken die mams meenam voor zichzelf en die van m’n zusje en op de zondagmiddag leende ik steevast de boeken van deze en gene buurtgenoot.
Pietje Bel werd afgewisseld met Afke’s tiental en de Rozemarijntjeboeken waren evengoed leesvoer als de witteravenpockets of de Pitty naar kostschoolserie. Als tiener las ‘k voort, boeken van Agathie Christie, Marga Minco, Roald Dahl of de bouqetreeks, ze werden allemaal verslonden. Simone de Beauvoir (in vertaling dan), Hannah Green en Laura Ingalls-Wilder, op leesgebied was ‘k een echte veelvraat.
En ik realiseer me, zo’n leesmonster, dat ben ‘k eigenlijk nog steeds, het laatste boek Hanna Bervoets ‘Welkom in het rijk der zieken’ werd afgewisseld met The Island van Victoria Hislop. Vanmiddag begon ik aan Julian Barnes en naast m’n bed ligt een Isabel Allende.
U ziet, er is nog geen literaire lijn te ontdekken maar lezen doe ‘k nog steeds graag.